Uiterlijk

De Vale vleermuis (Myotis myotis) is een van de grootste soorten van Nederland. Het gewicht is 28-40 gram, de spanwijdte 350-430 mm en de onderarmlengte 54-68 mm. De snuit is kort en breed, de oren zijn lang en hebben aan de buitenrand 7 of 8 dwarsplooien. De binnenrand van het oor is naar buiten gebogen. De tragus is aan de basis breed en reikt bijna tot de helft van het oor. De vacht is dik en kort, de rugzijde licht grijsbruin en de buikzijde witgrijs. Jonge dieren zijn donkerder. De vleugels zijn breed met smalle vleugeltoppen, dat stel hem in staat om zowel snel te vliegen als zeer wendbaar te zijn. Het spoorbeen reikt tot de helft van de lengte van de staartvlieghuid.

groep vale

  

Biotoop en jachtgedrag

De Vale vleermuis is een warmteminnende soort, die vooral voorkomt in open lichtbebost gebied (met een voorkeur voor korte of afwezige bodemvegetatie). Hij vliegt 20-30 minuten na zonsondergang uit en begeeft zich via vaste vliegroutes naar zijn jachtgebied. Verder jaagt hij ook in parken en boven velden, weilanden en pas gemaaide hoorlanden, ook bij bebouwing. In het noorden van het leefgebied komen ze vooral voor rond gebouwen. De kraamkolonies bevinden zich meestal in gebouwen, als zolders en kerktorens met een stabiele temperatuur van 30 graden, maar in het zuiden ook in grotten. De kraamkolonies kunnen bestaan uit honderden, soms duizenden dieren. De groep kan gezamelijk de tempeatuur in een verblijf 'stabiliseren'. 

Ze vliegen rustig en meestal laag (5-10 meter) bij de grond. Hij jaagt voornamelijk op de grond op grotere insecten. Soms worden mestkevers, meikevers en motten in de lucht gevangen, maar kevers, spinnen, sprinkhanen en krekels worden over het algemeen op de grond gevangen en opgegeten. Het basis voedsel bestaat uit loopkevers, daarnaast zijn worden veel andere soorten prooien, relatief veel langpootmuggen en meikevers. Net als bij alle vleermuizen bestaan er grote seizoenale verschillen in het dieet.

  

Verspreiding

De vale vleermuis komt in geheel Europa voor, behalve op de Britse eilanden, in de Baltische staten en in Scandinaviƫ. Plaatselijk is deze soort de algemeenste vleermuis, met kolonies van duizenden dieren. Tussen 1950 en 1970 zijn de aantallen bijna overal sterk teruggelopen en nadien gestabiliseerd. Plaatselijk neemt de soort weer licht in aantallen toe. In Nederland wordt hij vooral in Zuid-Limburg in winterslaap aangetroffen, met sporadische waarnemingen in Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland.

verspreidingsatlas.nl

Vale vleermuis

Europese verspreiding

 MM


Verblijfplaatsen

Dit is een warmteminnende soort. In het noorden van het verspreidingsgebied bewoont hij gebouwen, in het zuiden grotten. Kraamverblijven bevinden zich in het noorden op warme (kerk)zolders en in het zuiden in grotten en groeven. Solitaire dieren bewonen ook vogel- en vleermuiskasten en boomholten. Winterverblijven bevinden zich in grotten, groeven en kelders. In de winter vormen de dieren vaak grote groepen. De afstand tussen zomer- en winterverblijven kan enkele honderden km bedragen.

MM rollin verlinde 

 Geluid

Zijn sonar heeft een piekfrequentie van ongeveer 35 kHz, met een duur tussen de 1-2 en 5-14 ms (afhankelijk van het habitat).

MM