We geven hier een korte instructie hoe vleermuizen te tellen.

Telperiode

De telperiode is van mei t/m augustus. Om telgegevens optimaal te kunnen vergelijken is het nuttig als een verblijfplaats met vleermuizen elk jaar op ongeveer dezelfde datum geteld wordt. Verblijfplaatsen van meervleermuizen kunnen het beste voor 15 juni geteld worden, na die teldatum vliegen ook jonge vleermuizen mee.

 Wat gaat u tellen?

Het gaat vooral om uitvliegende vleermuizen. Vleermuizen die in een gebouw wonen, verlaten in de avondschemering hun verblijf. Meestal vliegen de dieren via één of meerdere plekken naar buiten (bijvoorbeeld een kier tussen dakrand en spouwmuur). In de zomer leven vrouwelijke vleermuizen in kraamverblijven en mannen in aparte mannenverblijven. Vaak verhuizen de vleermuizen regelmatig. Vleermuizen vliegen zo snel dat niet te zien is of het gaat om mannelijke of vrouwelijke dieren. Ervaren vleermuistellers kunnen soms aan het gedrag van de dieren zien of het om mannen of vrouwen gaat.

Hoe laat begint u met tellen?

Om alle dieren te kunnen tellen moet u er vanaf de eerste uitvlieger bij zijn. Het uitvliegen begint rond zonsondergang en duurt ongeveer een half uur, afhankelijk van het totale aantal.

 

 Hoe moet u tellen?

Vleermuizen houden niet van harde regen en wind. Voer een vleermuistelling dus uit op een mooie zomeravond. Vleermuizen gaan vaak een vanaf een uur voor uitvliegtijd al klaar gaan zitten voor een opening en zijn daarbij soms zichtbaar (of hoorbaar!). Het is dus handig als u een half uur van te voren even een rondje rond een gebouw loop, zodat u weet waar dieren mogelijk uit kunnen komen. 

De vleermuizen vliegen één voor één uit een uitvliegopening. Dit kan een kiertje in de spouwmuur zijn, een spleetje achter een houten betimmering of onder de dakpannen vandaan. Het is dus handig als u een paar dagen van te voren al weet waar ze uit komen. Het kan ook zijn dat ze uit meerdere gaten komen, bijvoorbeeld aan de zijkant en aan de achterkant van het huis. Als dat zo is heeft u hulp nodig bij het tellen; u kunt natuurlijk niet op twee plaatsen tegelijk zijn. Spreek duidelijk af wie welk deel van een muur bekijkt en tel alleen duidelijk uitvliegende dieren, dit om dubbel tellingen te voorkomen. Dit klinkt logisch, maar bij hoge gebouwen kan het soms best lastig zijn om goed te zien of een vleermuis uitvliegt of langsvliegt. Probeer daarom altijd goed te letten op het vlieggedrag, een uitvliegende vleermuis laat zich duidelijk vallen en vliegt snel van een gebouw af. Een langsvliegende vleermuis houdt veel meer dezelfde hoogte aan.

Vleermuizen vliegen soms pas uit als het best al donker is. Hierdoor is het soms moeilijk om individuele dieren goed te tellen. We raden aan om te proberen het silhouet van een dier te tellen tegen een lichte achtergrond (meestal de avond lucht) te krijgen, hiervoor is het handig om een extra luie stoel mee te nemen (om makkelijk naar boven te kijken). Vermijd het gebruik van een zaklamp (vleermuizen houden niet van licht). Indien een lamp echt nodig is om te tellen, richt de lamp nooit direct op de uitvliegopening maar belicht een plek net onder de opening. Uitvliegende vleermuizen vallen bij het uitvliegen door de lichtbundel en zijn dan even zichtbaar.

 De uitvliegende vleermuizen telt u gewoon één voor één. Als 10 minuten lang geen uitvliegende dieren worden waargenomen, eindigt de telling (we nemen aan dat alle dieren nu buiten zijn). Als tijdens de telling vleermuizen weer naar binnen vliegen, dienen deze van het eindtotaal te worden afgetrokken. Schrijf het totaal meteen op, zodat u het niet vergeet.

Nog even alles op een rijtje:
  • Probeer vooraf het uitvlieggat of de uitvlieggaten op te sporen.

  • Vraag of iemand samen met u wilt tellen. Pols eens in de buurt of er mensen met vleermuizen zijn, ze kunnen ook mee tellen. Ga net voor zonsondergang naar buiten.

  • Neem plaats onder de uitvliegopening.

  • Begin te tellen vanaf de eerste uitvlieger.

  • Stop met tellen als er zo'n 10 minuten niets meer naar buiten komt.

  • Schrijf het aantal meteen op. Vul het telformulier op deze website in.

 


Bezoek van een deskundige

batdetector rollinverlindeVrijwilligers van vleermuiswerkgroepen vervullen een belangrijke rol bij de monitoring van vleermuizen. Zij hebben kennis van zaken en kunnen met een batdetector de soort vleermuis vaststellen.
U kunt een vrijwilliger vragen om bij u langs te komen om te kijken welke vleermuis bij u huist. Soms kunnen zij u ook helpen bij de telling. Het is echter niet mogelijk om alle adressen te bezoeken. Op het waarnemingenformulier kunt u aangeven of u een eventueel bezoek op prijs stelt.

 

Telinstructie op film

 

 

Extra informatie

Het tijdstip van uitvliegen verschilt per soort, zoals in de onderstaande tabel staat. 

Dwergvleermuis

laatvlieger

Meervleermuis

Uitvliegtijd na zonsondergang (minuten)

13 min voor zonsondergang

16

15

Tijd waarop het merendeel van uitvlieger kan worden waargenomen

23

31

43

Zwermtijd voor zonsopkomst

Hoogte uitvliegopening

Meer dan 2 meter hoog

Vaak meer dan 4 meter

Meer dan 2 meter hoog

Vliegbeeld

Kleine wendbare vleermuis. Vliegpatroon doet denken aan een vlinder, waarbij dieren frequent wentelen en kantelen.

Grote weinig wendbare vleermuis, met zeer brede vleugels en een diepe vleugelslag

Middel grote vleermuis, met een hoge vliegsnelheid. Is in staad scherpe bochten te draaien, maar zal zich in vlucht niet heen en weer wentelen.

groepsgrootte

10-70 dieren (maximaal 320 dieren)

10-30 dieren (maximaal 120 dieren)

50-300 dieren (maximaal 750 dieren)

Opmerkingen

Vliegt na uitvliegen vaak nog veelvuldig rondjes

Zwermt in de ochtend nauwelijks, vliegt vaak direct naar binnen

Vlieg na uitvliegen nog af en toe een rondje, vliegt meestal direct weg.