Brugfunderingen Eindhovens Kanaal aangepast voor vleermuizen

door Fons Aelberts (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

Gepubliceerd: Vlen-Nieuwsbrief nummer 61 jaargang 22 2010-1, p.4-6

 

 

Een stukje geschiedenis

Aan de oevers van het Eindhovens Kanaal, ter hoogte van Mierlo (NB),  zijn twee bruggenhoofden verbouwd tot winterverblijven.
De brugfunderingen dateren nog van eind 1800, toen er vanuit Den Bosch via Veghel een stoomtramverbinding naar Helmond was. Deze stoomtram had een snelheid van 15 km/h, dus een ritje van Helmond naar Den Bosch nam 3,5 uur in beslag.
Twee maanden na de opening van het traject vond er in Veghel al een dodelijk ongeluk plaats, waarschijnlijk omdat men in die tijd nog niet kon omgaan met die ‘hoge’ snelheden. In de volksmond kreeg de tram dan ook de naam “De Goede Moordenaar”, hetgeen al wijst op het feit dat er een haat-liefdeverhouding was. Enerzijds vond men de tram een grote vooruitgang, anderzijds een bedreiging.
Vanuit Helmond kon men met de stoomtram naar Eindhoven. Op dit traject kruiste de tram het Eindhovens Kanaal via een trambrug. De trambrug is eind 1930 afgebroken, maar de zeer massieve fundering besloot men te laten liggen.

Van bruggenhoofd tot winterverblijf

Omdat het Eindhovens Kanaal en omgeving als groengebied hoog wordt gewaardeerd in de regio, besloot men het kanaal op te knappen en te ontsluiten voor een groter publiek.
De oeverkanten werden vernieuwd, plekken voor vissers en wild-uittredeplaatsen gerealiseerd en een fiets- en wandelpad aangelegd. Hierdoor kwamen ook de oude brugfunderingen weer in beeld, die als cultuurhistorisch monument een plekje moesten krijgen.
Twan Gremmen (Gemeente Helmond,  Dienst Stedelijke ontwikkeling en Beheer Afdeling Ruimtelijke Ordening en Verkeer ), Henk Bloemen en Jack Vogels (Ingenieursbureau Gemeente Helmond) hadden het idee geopperd om dit monument een functie te geven in de natuurwaarden van het kanaal. Ze dachten daarbij aan een vleermuiskelder.

Aanleiding was het onderzoek dat voorafgaand aan renovatie- en herinrichtingwerkzaamheden voor het Eindhovens kanaal is uitgevoerd. Daaruit bleek dat het kanaal een belangrijk foerageergebied is voor meerdere soorten vleermuizen.
Bovendien is het kanaal een verbindingszone o.a. tussen het Dommeldal en het Goorloopdal.

In maart 2009 nam Twan Gremmen contact op met ondergetekende en besloten we om in april een tweede bijeenkomst te beleggen om te bekijken welke mogelijk- en onmogelijkheden er zouden zijn. Voorwaarde was dat de bruggenhoofden als zodanig herkenbaar moesten blijven. Dat beperkte de mogelijkheden.
Na diverse ontwerpen, schetsen en terreinbezoeken werd besloten om het winterverblijf niet in de hoogte, maar in de diepte te gaan bouwen. Het stabiele waterpeil van het Eindhovens Kanaal liet toe, dat de ruimte tussen de bruggen¬hoof¬den tot 1.80 meter uitgediept kon worden. Door het aanbrengen van wat extra muren kon er een stevig betondek op gestort worden, waarover een laag zand kwam te liggen. Via een afsluitbare putdeksel die in het dak van het verblijf verankerd werd, kreeg men toegang tot het geheel. Hierdoor werd het oorspronkelijke karakter niet aangetast en kon men toch een ruimte creëren, die als winterverblijf voor vleermuizen kon dienen.

Aannemersbedrijf Rooijakkers uit Helmond zou voor de uitvoering zorg dragen. De ruimte tussen de bruggenhoofden werd tot een diepte van 1.80 meter uitgegraven, er werd een betonvloer gestort, de steunmuren werden opgemetseld en enige dagen later kon het bovendek al gestort worden. In het bovendek werden tevens 50 betonblokken mee gestort, waarin in een ruimte van 2,5 cm x 20 cm en 10 cm diep, was uitgeslepen. Hierdoor ontstonden prima wegkruipplaatsen voor vleermuizen. Dit gebeurde zowel in het noordelijke als in het zuidelijke bruggenhoofd.
Het vlieggat was een verhaal apart. Er moest een vlieggat van 15 cm x 40 cm geboord worden in de muur aan de kanaalzijde. Aangezien de muur ruim één meter dik was, werd er een speciaal bedrijf ingehuurd, JBB Betonboringen, om het klusje te klaren.

Op 7 september 2009 werd met de werkzaamheden begonnen, al op 30 september werd het verblijf opgeleverd en officieel overgedragen aan de gemeente Helmond.
De bruggenhoofden waren niet in hun karakter aangetast en de winterverblijven gingen totaal op in het landschap en in de bruggenhoofden. Weer twee mooie nieuwe winterlocaties in een zeer aantrekkelijk gebied waren een feit.
Om de gemeenschap te betrekken bij dit bijzondere project attendeerde de gemeente Helmond scoutinggroepen in Brandevoort, Mierlo-Hout en Mierlo op de onderneming en stelde voor aandacht te besteden aan vleermuizen. Alle groepen reageerden zeer positief. ...
Het benaderen van de scouting leidde ook tot positieve aandacht in de lokale en regionale pers

Op 27 december 2009 vond de eerste controle plaats. Er werden nog geen vleermuizen aangetroffen, maar het zag er wel erg veelbelovend uit. De temperatuur in het verblijf lag rond de 7 graden, de relatieve luchtvochtigheid was ruim 90% en het eerste roesje (vlinder) werd al aangetroffen. De aanwezigheid van roesjes en muggen duiden er al op dat het verblijf veel mogelijkheden kan bieden.

Nawoord

Rest me nog Twan Gremmen, Jack Vogels en Henk Bloemen (gemeente Helmond) te bedanken voor hun uitstekende aanpak en samenwerking. Tevens wil ik bouwbedrijf Rooijakkers en JBB Betonboringen bedanken voor hun deskundige inzet en voortvarende uitvoering.
Het project is gefinancierd door de gemeente Eindhoven, eigenaar van het Eindhovens kanaal, met subsidie van de provincie Noord-Brabant.

 

 

Interessante sites

- Over de bouwwerkzaamheden staan twee leuke filmpjes op de internetsite van www.hartvoorhelmond.nl. In het zoekkadertje van de site ‘hangplek’ invullen.
- Voor de bouw van winterverblijven is ook nog een handleiding te downloaden op: www.vleermuizeninfo.be/download/Bouw Vleermuiswinterverblijven.pdf