Vleermuiswerkgroep Noord-Brabant Tekst: Peter Twisk, Fons Aelberts Van de vleermuissoorten die leven in streken met een gematigd of landklimaat gebruikt een belangrijk deel graag grotachtige ruimten om in te kunnen overwinteren. In een vlak land als Nederland zijn er geen natuurlijke ondergrondse ruimten, maar de gebouwen die mensen hier neergezet hebben bieden regelmatig vergelijkbare omstandigheden. Het gaat om bouwwerken als appel-, aardappel- en ijskelders, kasteelkelders, bunkers en dergelijke. Door toenemende druk op de ruimte, inclusief die in en om gebouwen, zijn allerlei van dergelijke plaatsen door mensen in gebruik genomen, en daardoor niet meer bruikbaar als winterslaapplaats door vleermuizen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kasteelkelders, die steeds vaker als tentoonstellingsruimte of restaurant worden gebruikt. Inmiddels zijn op tal van plaatsen in Nederland ruimten ingericht als vleermuiswinterverblijf, en worden ook speciaal voor dit doel kelders gebouwd. Behalve dat hiermee gelegenheid geboden wordt aan vleermuizen om de winter door te komen, biedt dit ook aan deskundigen de mogelijkheid de overwinterende dieren te tellen. Deze vorm van monitoring vindt al vele tientallen jaren plaats in Nederland, en het blijkt een goed middel om het wel en wee van vleermuizen in ons land te volgen. Deze handleiding heeft als doel tot steun te zijn bij inrichting, bouw en beheer van vleermuiswinterverblijven.